Terugblik op 2019

Nutriscore maakt wijzer in een oogopslag

In ons drukke, jachtige leven weten we ons omringd met een overvloed aan gemakkelijke en smakelijke maar helaas ook vaak weinig voedzame eet- en drinkwaren. De verleiding kan groot zijn, maar de rekening in de gedaante van gezondheidsfacturen volgt, zeker voor wie veel en lang zondigt.

Een overheid die zich bekommert om het welzijn van haar burgers voelt zich door deze problematiek aangesproken. Ze ijvert voor een beter geïnformeerde consument in de hoop dat hij of zij bewuster en dus gezonder zal kiezen. Concreet kan ze sensibiliseren rond etikettering en met betrekking tot de voedingssamenstelling van de producten. Voor die helpende hand van de overheid bestaat zelfs een naam: nudging.

Nutriscore als instrument voor nudging

De Nutriscore komt overwaaien uit Frankrijk en is in België door de FOD Volksgezondheid in maart 2019 geadopteerd. Het logo combineert vijf letters met vijf kleuren op een glijdende schaal die van donkergroen (A, zeer verkieslijk) afzakt naar donker oranje (E, mijd of beperk). Ze beoogt dus betere informatie aan te bieden waar het gaat over de voedingswaarde en zo de voedzamere producten een voetje voor te geven.

 

Uiteraard zou een arbitrair oordeel geen genade vinden in de ogen van onze voedingsproducenten. Aan het toekennen van een Nutriscore ligt daarom wel degelijk een wetenschappelijke methode ten grondslag. Van een gegeven product wordt enerzijds bepaald welke ingrediënten een waardevolle bijdrage bieden aan onze gezondheid: proteïnen, vezels, vitaminen, …. Dat wordt afgezet tegen de bekende boosdoeners: suikers, verzadigde vetten, calorieën, …. . De mate waarin de balans doorslaat naar de ene of andere kant bepaalt de letter en de kleur van de Nutriscore.

Nieuwkomer wordt blijvertje

De Nutriscore is niet wettelijk verplicht en de toepassing ervan hangt dus in grote mate af van de bereidheid van de fabrikant. Het logo blijkt inmiddels echter in brede kring aanvaard bij grootdistributeurs in die landen waar het is geïntroduceerd – naast Frankrijk en België ook Duitsland, Zwitserland, Spanje en Nederland. De Nutriscore heeft dus zoetjesaan een vaste plaats verworven in ons voedingslandschap en dat mag best een prestatie heten.

 

De betrokken overheden doen hun best om van de Nutriscore zelfs paneuropees een succesverhaal te maken door regelmatig overleg te plegen en zo de kwaliteitsuitstraling van het begrip blijvend kracht bij te zetten. Wie nieuwsgierig is naar de achtergrond van dit doordachte logo en de manier waarop ze voor en tegen afweegt om tot een score te komen wordt op www.nutriscore.be op zijn wenken bediend.

Kwaliteit dankzij controle

Cosmetica nemen een wat aparte plaats in. Het gaat niet over voeding of drank, dus die wetgeving is niet van toepassing. Het gaat wel over een product dat in contact komt met uw lichaam. Experimenteren is dus uit den boze en de gebruiksaanwijzingen dienen strikt te worden nageleefd.

Naast de controles op producten van en bij fabrikanten houdt Volksgezondheid eveneens de handelsketen in de gaten en volgt ze de klachten op. Voor de controles van cosmetica wordt er zowel met douane en politie samengewerkt als met Belgische en andere inspectiediensten.

Lonende controles

In 2019 sprongen nagelsalons die erg lage prijzen hanteerden in het oog. Specifieke actie drong zich op, in overleg en samenwerking met politie en andere inspectiediensten. Het verbaasde niemand dat er niet-conforme nagelproducten werden gevonden, etiketten onvolledig waren of ontbraken, … De dienst inspectie haalde deze producten van de markt. Bij herhaalde acties gaat de kwaliteit gelukkig vooruit en blijken de nagelsalons de weg te vinden naar (meer) conforme producten.

Geactualiseerde meetmethode voor zonnestraling UVB

Consumentenorganisaties vestigden de aandacht op het feit dat metingen van de zonnebeschermingsfactor sterk van labo tot labo kunnen verschillen. Nochtans gebruikte elk labo de voorgeschreven meetmethode – een ISO-norm. Experten waren al vertrouwd met dit fenomeen dat te verklaren valt door de grote mogelijke variatie in uitvoering van de verschillende meetstappen (selectie van proefpersonen, vastleggen van de minimale stralingsdosis, aflezen van de resultaten op de huid, …).

 

Op die manier ontstaat twijfel over de werkelijke beschermingsgraad van een zonneproduct. De officiële meetmethode was dus aan herziening toe. Eind 2019 werd een nieuwe versie van de ISO-norm voor het meten van de beschermingsfactor UVB gepubliceerd. Preciezere instructies beperken nu de variabiliteit.

Correcte communicatie over cosmetica

Over cosmetica mag geen misleidende of foute informatie worden gegeven – net zoals dat ook voor andere producten het geval is. Veilige stoffen mogen niet in een kwaad daglicht worden gesteld: het is maar één van de criteria waaraan informatie over cosmetica moet voldoen. Zo kregen parabenen – bewaarmiddelen – een negatief imago, terwijl de toegelaten parabenen – uiteraard – veilig zijn. De vermelding ‘no paraben’ is dus onwettelijk: ze ‘waarschuwt’ voor iets waarvoor niet gewaarschuwd moet worden. Zowel processen-verbaal als verwittigingen werden gedurende 2019 in dat verband uitgeschreven.

Niet nieuw, wel waardevol

In het recente verleden wist Volksgezondheid met enkele gerichte campagnes tegemoet te komen aan een vraag naar correcte informatie voor het grote publiek. Werkelijk vermeldenswaard is en blijft de site veilig in de zon die waardevolle tips geeft voor een adequate bescherming. Warm aanbevolen.

 

Al in 2012 wist het DG Dier, Plant en Voeding in samenwerking met OIVO, Fedis en Detic de website www.mijnhaarkleuren.be te lanceren. De site kon rekenen op meer dan voldoende belangstelling en dat rechtvaardigde een update. ‘Mijn haar kleuren’ kan nu ook probleemloos via smartphone of tablet worden bezocht.

Neutrale verpakking blijkt wijs besluit

Sinds 1 januari 2020 zijn de verpakkingen voor sigaretten, roltabak en pijptabak het voorwerp van strikte richtlijnen. De wetgever verbiedt voortaan het gebruik van logo’s, kleuren, merkbeelden en promotionele boodschappen op de verpakking. Alleen de commerciële benaming mag worden gedrukt, enkel dan nog in een gestandaardiseerde kleur. Detailhandelaars kunnen hun stockproducten nog kwijt tot eind 2020.

De neutrale verpakking kan worden gezien als een voorlopig sluitstuk van strengere regelgeving zoals al in 2016 ingezet met grotere gezondheidswaarschuwingen op de verpakkingen. In 2018 werd de gestandaardiseerde verpakking verder technisch voorbereid. Datzelfde jaar gingen ook de controles op de niet-naleving van voorschriften met betrekking tot etikettering de hoogte in: een schot voor de boeg. Het hoge aantal niet-conforme verpakkingen gaf toen stof tot nadenken.

 

België ondertekende in 2005 de Kaderconventie tegen tabak van de WHO (World Health Organisation) die toen al de neutrale of gestandaardiseerde verpakking voorstelde in de strijd tegen het roken. De Europese Unie reikte in 2010 via een richtlijn het wettelijk kader aan voor die lidstaten die de idee van de WHO wensten door te voeren. Bedoeling van de neutrale verpakking is de aantrekkingskracht die van een commerciële verpakking en merknaam uitgaat te verminderen, de gezondheidswaarschuwingen op de verpakkingen een meer prominente plaats te geven en de desinformatie onder consumenten over de gevaren van roken tegen te gaan.

 

Vóór België voerden Australië, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Frankrijk al de neutrale verpakking in. Het nut van de maatregel is ondertussen voldoende aangetoond. De ervaringen in het VK en Frankrijk leren ons dat minder tabaksverkopen niet gecompenseerd worden door aankopen over de landsgrenzeb. De belangstelling in rookstophulpmiddelen groeit en ook de jeugd grijpt minder naar de sigaret.

Veel meer dan een noodzakelijk kwaad

Zullen we het ‘Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten’ maar kortweg tot ‘sanitair fonds’ omdopen? Het sanitair fonds kent z’n ontstaan dankzij de Dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en wordt mee gefinancierd door producenten die het ook mee beheren. Solidariteit is daarbij het sleutelwoord.

Die solidariteit wordt in de praktijk hard gemaakt door verplichte bijdragen van alle natuurlijke of rechtspersonen die dieren houden of verhandelen. Daarnaast kan het sanitair fonds, in het kader van cofinanciering van maatregelen, ook middelen van de Europese Unie ontvangen.

Vele middelen, één doel

Het doel laat zich vrij makkelijk omschrijven: de uitstekende beschermingsgraad van onze volksgezondheid vrijwaren door dierenziekten zoveel mogelijk te voorkomen en, als ze zich toch manifesteren, zo snel mogelijk te bedwingen. Om dat waar te maken worden nogal wat middelen en maatregelen uitgetekend. Zo worden de dierenartsen die bloedafname doen voor het onderzoek van brucellose en leucose bijvoorbeeld vergoed dankzij het sanitair fonds. Ook specifieke programma’s zoals het monitoren van paratuberculose worden door het fonds gefinancierd.

 

Toch is de bestaansreden van het fonds in eerste instantie te herleiden tot de schadeloosstelling van veehouders die hun dieren moeten laten slachten in het kader van aangifteplichtige ziekten. Een doordacht beheer van het sanitair fonds staat immers toe om een spaarpot aan te leggen waardoor vergoedingen kunnen worden uitgekeerd als het land onverhoopt door een epidemie wordt getroffen. Daarbij kan het positieve psychologische effect dat van het bestaan van die spaarpot uitgaat moeilijk worden overschat. Een epidemie zoals de Afrikaanse varkenspest kan alleen maar in de kiem worden gesmoord als de aanmeldingen snel binnenkomen. Wie weet dat hij voor de geleden schade zal worden vergoed, zal allicht niet aarzelen. Bovendien wordt de veehouder enkel vergoed voor nog levende dieren, dus elk tijdverlies zou zowel voor hemzelf als voor de diergezondheid nadelig zijn. Op die manier gaat er van het sanitair fonds ook een stimulerend en veiligheid verschaffend effect uit.

Van FAVV tot DG Dier, Plant en Voeding

In 2017 besliste de minister van Landbouw om het beheer van de fondsen over te hevelen van het FAVV naar Volksgezondheid. Op die manier ressorteren het boekhoudkundige en het beleidsmatige onder één dak. Onderschat een dergelijke overdracht niet! Vorderingen, afbetalingsplannen, lopende dossiers, facturatiedetails, uitbetalingen van vacatiegelden, het ontwikkelen van interne applicaties voor de aanmaak van facturen, rappels en creditnota’s, … Eén cijfer slechts: in 2019 werden door DG Dier, Plant en Voeding meer dan 40.000 facturen opgesteld: het geeft een idee van de grootte-orde van de overheveling die veel van de FOD Volksgezondheid heeft gevraagd, maar tot een goed einde is gebracht. Er kon ook worden teruggevallen op de Wet diverse bepalingen van 7 mei 2019 die de wettelijke basis vormde voor het effectief toevertrouwen van het boekhoudkundig beheer.

Specifieke aanpak werpt vruchten af

Al bij het begin van haar opdracht, midden 2018, kon de coördinator e-commerce van Volksgezondheid niet om de vaststelling heen dat op sociale netwerken in het algemeen en Facebook/Instagram in het bijzonder met de regelmaat van de klok inbreuken worden gepleegd. Elektronische sigaretten nemen daarbij een vooraanstaande plaats in, maar ook met bijvoorbeeld hairstyle-producten werd de wet overtreden. De in 2018 overeengekomen werkwijze met Facebook leverde resultaat op en heeft inspirerend gewerkt om ook met andere spelers een akkoord te bekomen.

De wereld van e-commerce begint en eindigt natuurlijk niet bij Facebook. In 2019 vonden er 99 controles plaats op e-commerce, dat naast de controles in Zaventem. Er werden 13 vaststellingen gedaan van verkoop op afstand (zowel wat e-sigaretten als wat tabak betreft). Daarnaast waren er ook 28 vaststellingen van verboden reclame (ook weer zowel e-sigaretten als tabak).

Belg in België, Belg op het internet

De inspectiedienst van Dier, Plant en Voeding heeft ook zijn schouders gezet onder een procedure die gebaseerd is op de aanwezigheid van een verkooppunt in België met betrekking tot sigaretten en tabak. Bestaat een dergelijk verkooppunt op ons grondgebied, ongeacht of het een groothandelaar dan wel detailwinkel betreft, dan bestaat er op basis van die aanwezigheid rechtsgrond om ook de ermee gelieerde website te controleren op ongeoorloofde verkoop naar de consument toe (business to business-verkoop mag wel) en verboden publiciteit. Een eerste keer krijgt de handelaar een waarschuwing; recidive mondt altijd uit in een proces-verbaal. Hardnekkige overtreders mogen zich aan een controle ‘in real life’ verwachten.

Goed voorbeeld doet volgen

Met Facebook is er een zekere verstandhouding maar moet nog een hele weg worden afgelegd. Overtredingen, zij het van groepen of op pagina’s, worden overgemaakt aan de ‘facebook-politie’ met het verzoek de gewraakte teksten of passages te verwijderen. Dat gebeurt regelmatig, maar niet systematisch.

 

Ook met de website tweedehands/deuxièmemain is een overeenkomst bereikt die concreet inhoudt dat ons een SuperUser-Account is verschaft. Dat staat ons toe om, na meerdere overtredingen te hebben vastgesteld, over te gaan tot onmiddellijke intrekking van de gewraakte advertentie. Dier, Plant en Milieu wil nog een stapje verder gaan en tot een heuse Memorandum of Understanding komen.

 

Ook Ebay kent z’n overtredingen. De inspectiedienst van Dier, Plant en Voeding rapporteert de overtredingen; die signalementen leiden dan tot het verwijderen van de advertentie en eventueel, enkel in het geval van Belgische verkopers, tot het vrijgeven van de persoonsgegevens zodat de inspecteurs, als zij dat opportuun achten, verdere stappen kunnen zetten.

De lange arm der wet

De wet omzeilende onlinehandelaars voelen zich niet gebonden door EU-grenzen – dus zoekt Volksgezondheid naar wegen om ook die illegale aankopers of/en verkopers van antwoord te kunnen dienen. Samen met de douane van Zaventem opgezette controles waren in 2019 goed voor 1.500 inbeslagnames. Vergeet ook de inbeslagnames bij Bpost en koerierbedrijven niet; samen vertegenwoordigen ze 2.205 stuks in 2019. En ook hier werkt het goede voorbeeld inspirerend: de in Zaventem uitgewerkte procedure ter controle dient als blauwdruk om ook in Bierset te worden gebruikt om zo de aankomst van Alibaba gepast te kunnen begeleiden.

Contractueel onderzoek als aanjager voor wetenschappelijke excellentie

De FOD Volksgezondheid is erg gebaat bij wetenschappelijk onderzoek op het scherp van de snee waar het gaat om de voedselveiligheid, zowel als de gezondheid van dieren en planten. Elk jaar ligt er daarom een bedrag klaar om de meest verdienstelijke onderzoeksprojecten te financieren. Onderzoekers van thematische, maar ook van vrije en transnationale projecten kunnen projectvoorstellen indienen.

Voor vrije onderzoeksprojecten leggen de wetenschappers zelf hun onderwerp vast, terwijl voor de thematische de overheid dat doet. Bij transnationale projecten vormen de Belgische onderzoekers consortia met buitenlandse collega’s. Een beoordelingscomité garandeert een correct verloop. Het houdt ook toezicht op de jaarlijkse oproep, de selectieprocedure en de opvolging van de uitverkoren projecten.

In 2019 opgestarte projecten

Voedselveiligheid: is er een kruid gewassen tegen campylobacter?

Campylobacter maakt niet de kip, maar wel de mens ziek: een geval van zoönose. De bacterie is verantwoordelijk voor het grootste deel van maag-darminfecties in het Westen. Het onderzoeksproject ‘CampyBroilerBreed’ moet uitmaken of het immuun maken van vleeskuikenmoederdieren een bruikbare en kosteneffectieve maatregel is. Of deze praktijk vleeskuikens beter en langer kan beschermen tegen campylobacter-infecties, zal binnen enkele jaren duidelijk zijn.

Dierengezondheid: hoe de honingbijkolonies vrijwaren?

De varroa destructor of varroamijt is uit Azië afkomstig en geldt als de belangrijkste biologische oorzaak van het wereldwijde verlies van honingbijkolonies. Recent werden er genetische merkers ontdekt die gelinkt kunnen worden aan een verminderde mijtenreproductie in darrenbroed. De varroa destructor kan zich immers alleen maar voortplanten op het broed van honingbijen. Een honderdtal kolonies over het Belgische grondgebied werden geselecteerd om voorwerp te zijn van een populatiestudie en daaropvolgende associatiestudie. Bedoeling is om een selectieprogramma uit te werken op basis van genetische merkers voor verminderde mijtenreproductie. Moeder- en vaderlijnen worden zo geselecteerd op de aanwezigheid van merkers en aangepaard. Een verhoogde tolerantie of resistentie voor de varroa voor de Belgische bijenvolken zou dan het logische eindresultaat zijn.

Plantengezondheid: beware & note

Snel opsporen en melden van schadelijke organismen voorkomt erger. Er bestaan al degelijke meldingssystemen. De kunst bestaat erin om essentiële informatie over actuele dreigingen via die geijkte kanalen te verspreiden en te vertalen naar eenvoudige, heldere en praktisch bruikbare informatiefiches. Lesmateriaal en cursussen ter ondersteuning zullen zowel online aangeboden worden als op studiedagen verspreid. Via het Beware&Note-project zal worden nagegaan hoe de website waarnemingen.be kan worden ingezet om meldingen van schadelijke organismen te bundelen en het bewustzijn van de burgers te verhogen.

In 2019 afgeronde projecten

Voedselveiligheid: hoe veilig zijn insecten?

Insecten zijn een potentiële alternatieve eiwitbron, zowel voor menselijke als voor dierlijke voeding. Anders dan in Afrika of Azië zullen in Europa de insecten op grote schaal gekweekt moeten worden. De evolutie in dit domein houdt er een strak tempo op na; de overheid vangt die evolutie door middel van aangepaste wetgeving op – zie in dat verband de novel food-wetgeving die vanaf 1 januari 2018 van kracht is (Europese verordening 2015/2283).

 

Op korte termijn moeten we dus kennis vergaren over de veiligheid van insectenkweek, vanuit microbiologisch, chemische en fysisch oogpunt. Het Edinco-project bestudeerde een microbiologisch aspect, met name de veiligheid, en staat toe om richtlijnen voor industriële kweek op te stellen, zowel als beleidsondersteunende adviezen uit te werken.

Dierengezondheid én plantengezondheid: is de import van bijen(-producten) wel een goed idee?

Welk risico brengt het gebruik van uit het buitenland ingevoerd stuifmeel of bijenteeltproducten met zich mee voor plant (de fruitbomen) en dier (de bijen)? Bij het Apirisk-project werd gekeken naar het besmettingsgevaar voor de gedomesticeerde honingbij en de gekweekte hommel: zij zijn het meest vatbaar voor infecties met niet-inheemse parasieten en virussen. De studie vindt aansluiting bij de bestaande goede bijenteeltpraktijk om geen honing en buitenlandse bijenwas te gebruiken. Het gebruik van koninginnen van lokale kweekprogramma’s verdient aanbeveling. De import van wilde bijen zoals de rosse metselbij en de gehoornde metselbij om bestuivingsdiensten te ondersteunen wordt door de onderzoekers met lede ogen gadegeslagen. Ze adviseren om wilde bijen enkel voor wetenschappelijke doeleinden te importeren.

 

Dit is maar een greep uit het contractueel onderzoek, gefinancierd door Volksgezondheid. Is uw nieuwsgierigheid gewekt? Contractueel onderzoek heeft een eigen website waarop u van harte welkom bent. U leest er – onder andere – over het symposium waarop de resultaten van de gefinancierde projecten worden voorgesteld. Ook een activiteitenrapport vindt u er terug.

Ons DG in kerncijfers

Enkele cijfers

Nee, geen cijferbombardement of overrompeling met statistische gegevens. Wel enkele cijfers die u helpen om de zaken in perspectief te plaatsen.

233 dierenartsen

De FOD Volksgezondheid is verantwoordelijk voor de organisatie van het beroep van dierenarts. Daar komt ook een formele eedaflegging bij kijken. Dierenartsen dienen namelijk onder eed te verklaren dat ze taken willen uitvoeren in het kader van de bestrijding van wettelijk te bestrijden dierziektes.

In 2019 beëdigden we zo 233 dierenartsen: 159 Nederlandstalige, 74 Franstalige.

Geen toezicht zonder sancties, helaas. Overtreders van de wetgeving rond de dierziektenbestrijding kunnen zich aan zo’n sanctie verwachten. in 2019 liepen tien dierenartsen tegen een sanctie op.

571 gewasbeschermingsmiddelen

Gewasbeschermingsmiddelen – u leest er op deze website meer over – zijn aan een dubbele toelatingsprocedure onderworpen. Eerst moet de werkzame stof op Europees niveau worden goedgekeurd. Dan moet het gewasbeschermingsmiddel zelf nog groen licht krijgen op het niveau van de lidstaten.

Geen procedure die je zomaar even doorloopt. Dat blijkt ook uit de cijfers. In 2019 werd er geen nieuwe werkzame stof ter evaluatie aangeboden.

Evaluatie van werkzame stoffen op Europees niveau (2019)

Evaluatie nieuwe werkzame stof

(DAR en/of peer review)

0

Herevaluatie

goedgekeurde werkzame stof (DAR en/of peer review)

3

Drie al bestaande werkzame stoffen werden opnieuw geëvalueerd.

Meer beweging was er op het Belgische niveau:

Toelating van gewasbeschermingsmiddelen op Belgisch niveau (2019)

Nieuwe toelatingen (totaal)

34 toelatingen
(waarvan 5 biopesticiden)
14 weigeringen

Verlenging van bestaande toelating

537

Significante wijziging van de samenstelling

5

Het relatief grote aantal verlengingen – 537 – zegt iets over het aantal gewasbeschermingsmiddelen waarover we straks, in het licht van de ‘Farm to Fork’ – strategie, als samenleving ons licht zullen doen schijnen in de hoop om alternatieven te ontwikkelen. Anderzijds dient er op gewezen te worden dat het natuurlijk lang niet altijd om schadelijke producten gaat – zie daarvoor de toelating van 34 nieuwe gewasbeschermingsmiddelen waarvan er 5 biopesticiden zijn.

79.800 fytolicenties

Sinds 25 november 2015 moet elke professionele gebruiker, verdeler of voorlichter van gewasbeschermingsmiddelen een fytolicentie behalen. Meer informatie daarover vindt u op www.fytolicentie.be.

Sindsdien heeft Dier, Plant en Voeding zo’n 79.800 licenties uitgereikt. Daarvan is 82% voor professioneel gebruik van deze producten. Overige licenties worden vooral afgeleverd voor de distributie van en voorlichting over gewasbeschermingsmiddelen, zoals in verkooppunten en tuincentra.

231 meststoffen en bodemverbeterende middelen